Add parallel Print Page Options

40 Een psalm van David voor de koordirigent.

Met verlangen keek ik uit naar de Here.
Toen boog Hij Zich naar mij toe
en hoorde mijn roepen om hulp.
Hij trok mij omhoog
uit de diepte van de zonde
en uit de modder van de wereld.
Hij zette mij stevig op mijn voeten,
op een rots.
Dankzij Hem wankel ik niet meer.
Hij leerde mij een nieuw lied,
een lofzang voor onze God.
Ik hoop dat velen het merken
en ook ontzag voor de Here zullen krijgen.
Dat zij ook op Hem gaan vertrouwen.
Gelukkig is de mens
die zijn vertrouwen op de Here stelt
en die zich niet wendt tot trotse mensen of leugenaars.
Here, mijn God,
uw wonderen zijn ontelbaar,
uw zorg voor ons is groot.
Niets is met U te vergelijken.
Als ik over uw wonderen en zorgen zou willen vertellen,
zou ik niet weten waar ik moest beginnen.
Het gaat U niet om offers of geschenken,
U vraagt niet om brandoffers
of offers om zonden weg te nemen.
Voor U telt mijn gehoorzaamheid.
Toen zei ik:
‘Hier ben ik,
in de wet werd al over mij geschreven.
Mijn hele hart verlangt ernaar
uw wil te doen, mijn God.
Uw wet is mijn leven.’
10 Ik vertel de blijde boodschap
van uw liefde en rechtvaardigheid
in de samenkomsten.
U weet Here, dat ik niet zal nalaten
over U te spreken.
11 Ik verzwijg uw rechtvaardigheid niet
en spreek over uw trouw en bewaring.
Aan grote groepen mensen vertel ik
over uw goedheid en liefde en waarheid.
12 Laat mij ruimschoots delen
in uw medelijden.
Laten uw goedheid en waarheid
mij voortdurend beschermen.
13 Want er komen talloze rampen over mij heen,
mijn zonden overweldigen mij
en ik weet er geen raad mee.
Het zijn er zoveel,
de moed zakt mij in de schoenen.
14 Here, wilt U mij redden?
Haast U en help mij, Here!
15 Laten zij die mij naar het leven staan,
zich diep schamen en afdruipen.
Laten zij die mij in het ongeluk willen storten,
terugdeinzen en belachelijk worden gemaakt.
16 Laten zij die mij uitlachen
met stomheid geslagen worden.
17 Laten alle mensen die U zoeken
over U jubelen
en grote blijdschap over U hebben.
Laat ieder die uw zorg ervaart zeggen:
‘De Here is groot!’
18 Al bezit ik niets
en zit ik diep in de ellende,
toch denkt de Here aan mij.
Mijn God,
U bent mijn helper en bevrijder.
Kom snel, mijn God.

41 Een psalm van David voor de koordirigent.

Gelukkig is wie voor de zwakken zorgt.
Als hemzelf eens onheil treft,
zal de Here hem helpen.
De Here zal hem beschermen
en in leven laten.
Anderen zullen hem prijzen.
Zijn vijanden krijgen hem er niet onder.
Als hij ziek wordt,
zal de Here hem steunen.
Tijdens zijn ziekte zal Hij zijn toestand verbeteren.
Ik zei: ‘Here, geef mij uw genade.
Genees mij, want ik ben U niet gehoorzaam geweest.’
Mijn tegenstanders roddelen over mij en zeggen:
‘Wanneer denk je dat hij sterft?
Eindelijk is hij dan verdwenen.’
Wanneer iemand mij opzoekt,
spreekt hij met gladde tong.
In zijn hart haat hij mij
en zodra hij weer weg is,
vertelt hij links en rechts leugens.
Zij die mij haten,
steken hun hoofden bij elkaar
en fluisteren over mij:
‘Heb je het al gehoord?
Hij heeft een dodelijke ziekte.
Hij zal nooit meer van zijn ziekbed afkomen.’
10 Zelfs mijn beste vriend,
die ik volledig vertrouwde
en die regelmatig bij mij at,
heeft zich tegen mij gekeerd.
11 Here, wilt U mij genade schenken
en mij beter maken?
Dan zal ik het hun vergelden!
12 Wanneer mijn tegenstander
geen plezier meer over mij heeft,
is dat voor mij de bevestiging
dat U met liefde voor mij zorgt,
13 en dat U mij kracht geeft,
omdat ik niet tegen U gezondigd heb,
en dat U mij voor altijd dicht bij U laat wonen.
14 Geprezen zij de Here, de God van Israël!
Tot in alle eeuwigheid. Amen.