Add parallel Print Page Options

Satan verblindt, God verlicht

Omdat God zo goed was ons dit werk toe te vertrouwen, geven wij de moed niet op. Alles wat schandelijk is, houden wij ver van ons. Wij willen niets weten van duistere praktijken. Want wij zijn niet doortrapt en zullen de boodschap van God nooit verdraaien. Wij spreken de waarheid. Dat zal ieder moeten toegeven die zijn geweten voor God zuiver houdt.

Als het goede nieuws dat wij bekendmaken, voor iemand verborgen is, is het verborgen voor hen die op weg zijn naar de eeuwige dood. De god van deze wereld, de duivel, heeft hen verblind, zodat zij het goede nieuws niet geloven. Zij zien het stralende licht van Christus niet, die het beeld van God is. Wij maken niet onszelf bekend, maar de Here Jezus Christus. Van onszelf zeggen we alleen dat wij u willen dienen ter wille van Jezus. Want God, die gezegd heeft: ‘Laat er licht in de duisternis zijn,’ heeft in de duisternis van onze harten geschenen en ons doen inzien dat zijn heerlijke glans van Jezus Christus afstraalt.

Maar deze kostbare schat hebben wij in kwetsbaar aardewerk, ons lichaam. Iedereen kan zien dat de buitengewone kracht in ons niet van onszelf is, maar van God. Wij worden van alle kanten bestookt, maar zitten niet in het nauw. Wij krijgen veel moeilijkheden te verduren, maar worden niet wanhopig. Wij worden vervolgd, maar God laat ons niet in de steek. Wij worden neergeslagen, maar staan telkens weer op. 10 Omdat wij dagelijks ons leven voor Jezus inzetten, ervaren wij in ons lichaam het sterven van Jezus en zo komt ook het leven van Jezus in ons tot uiting. 11 Ja, ons leven loopt steeds gevaar, omdat wij de Here dienen. Maar dan blijkt ook telkens weer hoe sterk het leven van Jezus in ons sterfelijk lichaam zichtbaar wordt. 12 Doordat wij Hem bekendmaken, staan wij telkens weer oog in oog met de dood, maar voor u is het gevolg daarvan dat u eeuwig leven hebt gekregen. 13 Wij geloven dat God voor ons zal zorgen, zoals in de Boeken staat: ‘Ik geloof en daarom spreek ik.’ 14 Wij weten dat dezelfde God die de Here Jezus weer levend heeft gemaakt, ons ook samen met Hem weer levend zal maken en met u voor Zich zal zetten. 15 Want dit is allemaal ter wille van u. Hoe meer mensen voor Christus gewonnen worden, hoe meer mensen God voor zijn grote genade zullen danken en prijzen.

16 Daarom geven wij het niet op. Hoewel ons lichaam zwakker wordt, wordt onze innerlijke kracht met de dag groter. 17 Onze moeilijkheden en pijn zijn uiteindelijk niet zo groot en zullen ook niet zo lang duren. Maar het gevolg ervan is dat wij voor altijd in Gods heerlijke nabijheid zullen leven. 18 Dus kijken wij niet naar wat zich voor onze ogen afspeelt, maar wij kijken uit naar wat wij nu nog niet zien. Alle zichtbare dingen zijn tijdelijk, maar de dingen die nu nog niet zichtbaar zijn, zullen eeuwig blijven.

De kracht van God in het leven van de gelovigen

God was zo goed om ons de taak te geven de mensen over dit nieuwe verbond te vertellen. En omdat Hij ons die taak heeft gegeven, geven we nooit op. Daarom blijven we ook ver uit de buurt van alles wat het daglicht niet kan verdragen. We doen niets waarvoor we ons zouden moeten schamen. We hebben het woord van God ook niet verdraaid om de mensen over te halen in Jezus te gaan geloven of om daar zelf voordeel van te hebben. Maar we spreken helder en duidelijk de waarheid. Zo kunnen we God en mensen recht in de ogen kijken. Zó vertellen we het goede nieuws aan de mensen. Toch zijn er altijd mensen bij wie er dan een 'doek' over hun hart blijft liggen. Daardoor kunnen ze het goede nieuws niet begrijpen. Maar dat gebeurt alleen bij de mensen die verloren gaan. Dat zijn de ongelovige mensen. Zij zijn door de god van deze wereld blind gemaakt in hun denken. Daardoor kunnen ze het licht niet zien van het goede nieuws van Christus. Terwijl juist aan Christus precies te zien is wie God is. Hij is de afbeelding van God.

We vertellen de mensen niet dat wij zélf belangrijk zijn. Nee, we vertellen hun dat Jezus Christus de Heer is. Wijzelf zijn alleen maar jullie dienaren. Want dat wil Jezus. Want de God die heeft gezegd dat er licht moest gaan schijnen in het donker,[a] heeft het licht in ons hart laten schijnen: we zagen dat in Jezus Christus de macht en majesteit van God te zien is.

Dat we dat nu begrijpen is als een kostbare schat. Maar die schat zit in een breekbare kruik (= ons lichaam). De kracht die in ons is en die groter is dan elke andere kracht, is niet onze eigen kracht. Het is Gods kracht in ons. We zijn wel in moeilijkheden, maar door zijn kracht zitten we nooit helemaal klem. We hebben wel raad nodig, maar door zijn kracht zijn we nooit wanhopig. We worden wel vervolgd, maar door zijn kracht laat God ons nooit in de steek. We worden wel vertrapt, maar door zijn kracht staan we telkens weer op. 10 Elke dag dragen we de dood van de Heer Jezus in ons lichaam mee. Alleen zó kan het leven van Jezus in ons lichaam zichtbaar worden.[b] 11 Aldoor is ons leven in gevaar, vanwege ons geloof in Jezus. Maar zo kan ook aldoor het leven van Christus in ons sterfelijk lichaam zichtbaar worden. 12 Zo kijken wij aldoor de dood in de ogen. Maar het gevolg is wel dat júllie eeuwig leven hebben!

13 Maar wij zijn net zo vol van geloof als de man die in de Boeken schreef: "Ik geloof, daarom heb ik ook gesproken." Wij geloven ook, en daarom spreken we ook. 14 Want we weten dat God de Heer Jezus uit de dood heeft teruggeroepen en weer levend heeft gemaakt. Daarom zal Hij ook óns samen met Hem uit de dood terugroepen en weer levend maken. Wij zullen samen met jullie voor zijn troon komen te staan. 15 Want wíj maken al deze moeilijkheden mee omdat dat goed is voor júllie. Zo zullen steeds meer mensen zien hoe goed God is. En zo zullen steeds meer mensen God prijzen.

16 Daarom geven we nooit op. Ons lichaam wordt wel steeds ouder en zwakker, maar onze geest wordt elke dag gesterkt. 17 De moeilijkheden van dit moment zijn niet erg en duren maar kort, als je ze vergelijkt met de heerlijke, eeuwige dingen die we daardoor nog zullen krijgen. Dat maakt alles goed. 18 Maar dan moeten we niet letten op de zichtbare dingen, maar op de onzichtbare dingen. Want de zichtbare dingen zijn tijdelijk, maar de onzichtbare dingen zijn eeuwig.

Present Weakness and Resurrection Life

Therefore, since through God’s mercy(A) we have this ministry, we do not lose heart.(B) Rather, we have renounced secret and shameful ways;(C) we do not use deception, nor do we distort the word of God.(D) On the contrary, by setting forth the truth plainly we commend ourselves to everyone’s conscience(E) in the sight of God. And even if our gospel(F) is veiled,(G) it is veiled to those who are perishing.(H) The god(I) of this age(J) has blinded(K) the minds of unbelievers, so that they cannot see the light of the gospel that displays the glory of Christ,(L) who is the image of God.(M) For what we preach is not ourselves,(N) but Jesus Christ as Lord,(O) and ourselves as your servants(P) for Jesus’ sake. For God, who said, “Let light shine out of darkness,”[a](Q) made his light shine in our hearts(R) to give us the light of the knowledge of God’s glory displayed in the face of Christ.(S)

But we have this treasure in jars of clay(T) to show that this all-surpassing power is from God(U) and not from us. We are hard pressed on every side,(V) but not crushed; perplexed,(W) but not in despair; persecuted,(X) but not abandoned;(Y) struck down, but not destroyed.(Z) 10 We always carry around in our body the death of Jesus,(AA) so that the life of Jesus may also be revealed in our body.(AB) 11 For we who are alive are always being given over to death for Jesus’ sake,(AC) so that his life may also be revealed in our mortal body. 12 So then, death is at work in us, but life is at work in you.(AD)

13 It is written: “I believed; therefore I have spoken.”[b](AE) Since we have that same spirit of[c] faith,(AF) we also believe and therefore speak, 14 because we know that the one who raised the Lord Jesus from the dead(AG) will also raise us with Jesus(AH) and present us with you to himself.(AI) 15 All this is for your benefit, so that the grace that is reaching more and more people may cause thanksgiving(AJ) to overflow to the glory of God.

16 Therefore we do not lose heart.(AK) Though outwardly we are wasting away, yet inwardly(AL) we are being renewed(AM) day by day. 17 For our light and momentary troubles are achieving for us an eternal glory that far outweighs them all.(AN) 18 So we fix our eyes not on what is seen, but on what is unseen,(AO) since what is seen is temporary, but what is unseen is eternal.

Footnotes

  1. 2 Corinthians 4:6 Gen. 1:3
  2. 2 Corinthians 4:13 Psalm 116:10 (see Septuagint)
  3. 2 Corinthians 4:13 Or Spirit-given