Add parallel Print Page Options

17 maar niet van de boom van de kennis van goed en kwaad. Want als je daarvan eet, zul je zeker sterven.’

18 En de Here God zei: ‘Het is niet goed voor de mens alleen te zijn. Ik zal iemand maken met wie hij zijn leven kan delen en die hem kan helpen.’ 19,20 De Here God maakte uit het stof dieren en vogels en bracht ze bij de mens om te zien hoe hij ze zou noemen. De naam die hij koos, zou voor altijd hun naam blijven. Maar geen van deze dieren was geschikt als helper voor Adam.

Read full chapter

17 Maar je mag niet eten van de boom van kennis van goed en kwaad. Want op de dag dat je daarvan eet, zul je sterven."

God maakt de vrouw

18 En de Heer God zei: "Het is niet goed dat de mens alleen is. Ik zal iemand maken die bij hem past en die hem kan helpen."

19 De Heer had van het stof van de aarde alle dieren en alle vogels gemaakt. Daarna had Hij ze naar Adam (= 'mens' of 'stof') gebracht. Want Adam mocht alle dieren namen geven. En zoals Adam de dieren noemen zou, zo zouden ze voortaan heten.

Read full chapter