Add parallel Print Page Options

Micha spreekt de leiders van Israël aan

Luister, leiders van Israël. U zou het verschil tussen recht en onrecht moeten kennen. Toch bent u juist degenen die het goede haten en het kwade liefhebben. U stroopt mijn volk de huid af en verwijdert het vlees tot op het bot. U eet zijn vlees op, vilt mijn volk, breekt zijn beenderen en snijdt het in stukken als vlees dat de kookpot in moet. U zult de Here smeken u te helpen in moeilijke tijden! Denkt u echt dat Hij dan zal luisteren? Hij zal Zich voor u verbergen vanwege uw slechte daden! Valse profeten, u verleidt mijn volk! U verkondigt vrede voor degenen die u te eten geven, maar u bedreigt hen die u niet betalen! Dit is de boodschap van de Here voor u: ‘Eens zal de nacht zich om u heen sluiten. Alle visioenen zullen verdwijnen. Er zal duisternis heersen, alle waarzeggerij houdt op. De zon zal over u ondergaan en de dag zal veranderen in nacht. Ten slotte zult u, zieners, zich schamen en de waarzeggers zullen teleurgesteld zijn. Vol schaamte zult u uw gezicht bedekken en ontdekken dat God u niet antwoordt.’ Ik daarentegen ben vol kracht, vol van de Geest van de Here. Met volmacht en gezag breng ik Israël haar zonden en overtredingen onder ogen.

Luister, leiders van Israël! U haat gerechtigheid en maakt krom wat recht is. 10 U vult Jeruzalem met moord en allerlei soorten onrecht. 11 U, nota bene de leiders, accepteert steekpenningen bij de rechtspraak en de priesters geven alleen onderricht tegen betaling. Ook de profeten plegen slechts waarzeggerij voor geld. En daarbij steunt u op de Here en zegt: ‘Alles is in orde, want de Here is in ons midden. Ons zal niets overkomen!’ 12 Daarom zullen, om alle slechte dingen die u doet, de hellingen van de berg Sion worden omgeploegd als een akker en zal Jeruzalem in één puinhoop veranderen. De tempelberg zal door planten overwoekerd worden.

De Here zal de hele wereld regeren

In de laatste dagen zullen Jeruzalem en de tempel van de Here een grote aantrekkingskracht op de wereld uitoefenen en mensen uit vele landen zullen daar naar toe trekken om de Here te aanbidden. ‘Kom,’ zullen zij tegen elkaar zeggen, ‘laten wij naar de berg van de Here gaan om de tempel van de God van Israël te bezoeken. Hij zal ons leren hoe wij moeten leven en wij zullen Hem gehoorzamen.’ Want in die tijd zal de Here vanuit Jeruzalem de hele wereld onderwijzen en regeren. Hij zal rechtspreken tussen de volken en machtige, ver weg gelegen naties terechtwijzen. Oorlogstuig zal worden omgebouwd tot landbouwwerktuigen. Geen enkel volk zal nog een ander volk aanvallen, want alle oorlogen zullen verleden tijd zijn, en niemand zal meer worden opgeleid tot soldaat. Iedereen zal rustig in de schaduw van zijn eigen huis zitten, in vrede en welvaart, want er is niemand meer die hen opschrikt. Dit heeft de Here van de hemelse legers beloofd. Daarom zullen wij de Here onze God voor altijd volgen, ook al aanbidden de volken rondom ons afgoden!

‘In die tijd,’ zegt de Here, ‘zal Ik mijn volk dat Ik heb gestraft, terugbrengen. Alle kreupelen en verdrevenen zullen terugkomen. De kreupelen zal Ik sparen en van de verdrevenen zal Ik weer een sterk en machtig volk maken en Ik zal voor eeuwig hun koning zijn op de berg Sion. Jeruzalem, wachttoren van Gods volk, u zult uw koninklijke macht en heerschappij van vroeger weer terugkrijgen.’

Maar waarom schreeuwt u nú zo hard? Waar is uw koning? Waar zijn uw adviseurs? Pijn heeft u overvallen als een vrouw tijdens een bevalling. 10 Krimp ineen en schreeuw het uit van pijn, volk van Sion, want u moet deze stad verlaten en in de velden gaan wonen. U zult in ballingschap naar Babel worden gestuurd. Maar daar zult u worden bevrijd. Daar zal de Here u verlossen van al uw vijanden.

11 Het is waar dat talloze volken één front hebben gevormd tegen u. Zij roepen: ‘Wij willen bloed zien! Wij willen de bevolking van Sion vernietigen!’ 12 Maar zij kennen de gedachten van de Here niet en hebben geen begrip voor zijn plannen. Want er komt een moment waarop de Here alle vijanden van zijn volk zal verzamelen als korenschoven op de dorsvloer. 13 ‘Sta op, bevolking van Sion, en dors. Ik zal uw horens van ijzer en hoeven van koper geven. U zult vele volken totaal vertrappen en hun geroofde rijkdom aan de Here wijden, aan de Here van de hele aarde.’ 14 Te wapen! De vijand heeft een belegeringswal tegen Jeruzalem opgeworpen. Met een roede zal hij die Israël leiden moet, in het gezicht worden geslagen.

Micha beschuldigt de leiders van het volk

Micha zegt: Luister, leiders van het volk Israël. Jullie zouden toch moeten weten wat eerlijk en rechtvaardig is? Maar jullie haten het goede en houden van het kwaad. Jullie nemen de mensen alles af. Jullie worden rijk van mijn volk. Zoals je een dier de huid afstroopt, de botten breekt en de stukken vlees in de kookpot stopt, zo doen jullie met de mensen. Er blijft niets van hen over.[a] Als jullie in die tijd de Heer om hulp roepen, zal Hij jullie niet antwoorden. Hij zal zich voor jullie verbergen, omdat jullie zulke slechte dingen doen.

Dit zegt de Heer tegen de profeten die mijn volk bedriegen: zolang ze te eten krijgen, profeteren ze vrede. Maar tegen mensen die hun niets geven, roepen ze de oorlog uit. Omdat jullie leugens profeteren, zal het nacht voor jullie worden. Omdat jullie aan waarzeggerij doen, zal het donker worden en zullen jullie niets van de toekomst kunnen zien. Zo zal de zon voor hen ondergaan en de dag zal voor deze profeten veranderen in nacht. De profeten zullen voor schut staan. De waarzeggers zullen niets weten te zeggen. Ze zullen een doek voor hun gezicht slaan, omdat ze zich schamen dat ze geen boodschap van de goden voor de mensen hebben.

– Maar ík ben vol van de kracht van de Geest van de Heer. Ik ben vol recht en vol kracht. Ik vertel het volk Israël dat ze verkeerd hebben gedaan.

Luister, leiders van het volk Israël! Jullie hebben een hekel aan eerlijke rechtspraak. 10 Jullie bouwen Jeruzalem op bloed en oneerlijkheid. 11 De rechters laten zich omkopen. De priesters willen betaald worden om de mensen les te geven in Gods woord. De profeten laten zich betalen om te waarzeggen. En dan beweren ze ook nog, dat de Heer met hen is. Ze zeggen: "De Heer is toch met ons? Er zal ons niets gebeuren."

12 Omdat jullie dit gedaan hebben, zal de berg Sion als een akker worden omgeploegd. Van Jeruzalem zullen alleen puinhopen overblijven. Op de top van de berg waar nu de tempel staat, zullen bomen en struiken groeien.

In de toekomst zal iedereen leven zoals de Heer het wil

Micha zegt: Maar aan het eind van de tijd zal de berg met de tempel van de Heer zo stevig staan als de hoogste bergen. Hij zal hoger zijn dan de heuvels. De volken zullen er van alle kanten naartoe komen. Landen en volken zullen erheen gaan en zeggen: "Kom, laten we naar de berg van de Heer gaan, naar de tempel van de God van Jakob. Dan zal Hij ons leren hoe we moeten leven. Dan zullen we leren leven zoals Hij het wil." Want vanuit Jeruzalem zal de wet geleerd worden. Het woord van de Heer zal uit Jeruzalem komen. Hij zal rechtspreken tussen machtige volken en verre landen. Ze zullen hun zwaarden omsmeden tot ploegijzers en hun speren omsmeden tot snoeimessen. Geen volk zal nog een ander volk aanvallen. Ze zullen niet meer leren oorlogvoeren. Alle mensen zullen in vrede in hun eigen huis kunnen wonen. Niemand zal hun kwaad doen. Dit is wat de Heer Zelf zegt, en Hij zal het ook doen. Want alle volken leven nu nog op de manier die hun goden van hen vragen, maar wíj zullen dan voor altijd leven op de manier die onze Heer God van ons vraagt.

Jeruzalem zal weer een machtige stad worden

De Heer zegt: In die tijd zal Ik de mensen die zwak zijn, weer verzamelen. De mensen die Ik voor straf naar andere landen heb gejaagd, zal Ik weer bij elkaar brengen. Dat zwakke groepje mensen dat van mijn volk is overgebleven, zal Ik weer tot een volk maken. Mijn volk dat helemaal uit elkaar gejaagd was, zal weer een machtig volk worden. En Ik zal hun Koning zijn op de berg Sion, voor eeuwig. En aan jou, Schaapstoren en Ofel[b] van de stad Jeruzalem, zal het koningschap teruggegeven worden. Het vroegere koningschap komt terug binnen je muren.

Waarom schreeuwen jullie nu zo hard? Hebben jullie dan geen koning? Is jullie raadgever gedood, dat jullie het uitschreeuwen? 10 Schreeuwen jullie maar! Krimp maar in elkaar van ellende, bewoners van Jeruzalem! Maar jullie zullen je stad verlaten en het open veld ingaan. Jullie zullen naar Babel trekken. Daar zullen jullie worden bevrijd. Daar zal de Heer jullie redden van je vijanden. 11 Nu vallen vele machtige volken jullie aan. Ze hebben zich verzameld en zeggen: "We zullen Jeruzalem veroveren! Jeruzalem zal van ons zijn!" 12 Maar zij kennen de plannen van de Heer niet. Ze weten niet wat Ik ga doen. Ze weten niet dat Ik hen verzamel, zoals je de bossen graan verzamelt om er de graankorrels uit te gaan kloppen. 13 Kom nu hier, bewoners van Jeruzalem! Ik zal jullie sterk maken. Jullie zullen de volken uitkloppen als graan. Alles wat ze geroofd hebben, zal voor de Heer zijn. Alles wat ze bezitten, zal zijn voor de Heer van de hele aarde.

14 Micha zegt: Zet je legers maar klaar, jij oorlogzuchtige stad! De vijand staat klaar om ons aan te vallen. Ze hebben een belegeringswal tegen ons opgeworpen. Ze zullen de leider van Israël met een stok in zijn gezicht slaan.

Footnotes

  1. Micha 3:3 Ze aten niet echt de mensen op. Micha bedoelde dat de rijke mensen steeds rijker werden, ten koste van de arme mensen die steeds armer werden.
  2. Micha 4:8 De Schaapstoren en de Ofel waren wachttorens van de burcht van Jeruzalem.

Leaders and Prophets Rebuked

Then I said,

“Listen, you leaders(A) of Jacob,
    you rulers of Israel.
Should you not embrace justice,
    you who hate good and love evil;
who tear the skin from my people
    and the flesh from their bones;(B)
who eat my people’s flesh,(C)
    strip off their skin
    and break their bones in pieces;(D)
who chop(E) them up like meat for the pan,
    like flesh for the pot?(F)

Then they will cry out to the Lord,
    but he will not answer them.(G)
At that time he will hide his face(H) from them
    because of the evil they have done.(I)

This is what the Lord says:

“As for the prophets
    who lead my people astray,(J)
they proclaim ‘peace’(K)
    if they have something to eat,
but prepare to wage war against anyone
    who refuses to feed them.
Therefore night will come over you, without visions,
    and darkness, without divination.(L)
The sun will set for the prophets,(M)
    and the day will go dark for them.(N)
The seers will be ashamed(O)
    and the diviners disgraced.(P)
They will all cover(Q) their faces(R)
    because there is no answer from God.(S)
But as for me, I am filled with power,
    with the Spirit of the Lord,
    and with justice and might,
to declare to Jacob his transgression,
    to Israel his sin.(T)

Hear this, you leaders of Jacob,
    you rulers of Israel,
who despise justice
    and distort all that is right;(U)
10 who build(V) Zion with bloodshed,(W)
    and Jerusalem with wickedness.(X)
11 Her leaders judge for a bribe,(Y)
    her priests teach for a price,(Z)
    and her prophets tell fortunes for money.(AA)
Yet they look(AB) for the Lord’s support and say,
    “Is not the Lord among us?
    No disaster will come upon us.”(AC)
12 Therefore because of you,
    Zion will be plowed like a field,
Jerusalem will become a heap of rubble,(AD)
    the temple(AE) hill a mound overgrown with thickets.(AF)

The Mountain of the Lord(AG)

In the last days

the mountain(AH) of the Lord’s temple will be established
    as the highest of the mountains;
it will be exalted above the hills,(AI)
    and peoples will stream to it.(AJ)

Many nations will come and say,

“Come, let us go up to the mountain of the Lord,(AK)
    to the temple of the God of Jacob.(AL)
He will teach us(AM) his ways,(AN)
    so that we may walk in his paths.”
The law(AO) will go out from Zion,
    the word of the Lord from Jerusalem.
He will judge between many peoples
    and will settle disputes for strong nations far and wide.(AP)
They will beat their swords into plowshares
    and their spears into pruning hooks.(AQ)
Nation will not take up sword against nation,
    nor will they train for war(AR) anymore.(AS)
Everyone will sit under their own vine
    and under their own fig tree,(AT)
and no one will make them afraid,(AU)
    for the Lord Almighty has spoken.(AV)
All the nations may walk
    in the name of their gods,(AW)
but we will walk in the name of the Lord
    our God for ever and ever.(AX)

The Lord’s Plan

“In that day,” declares the Lord,

“I will gather the lame;(AY)
    I will assemble the exiles(AZ)
    and those I have brought to grief.(BA)
I will make the lame my remnant,(BB)
    those driven away a strong nation.(BC)
The Lord will rule over them in Mount Zion(BD)
    from that day and forever.(BE)
As for you, watchtower of the flock,
    stronghold[a] of Daughter Zion,
the former dominion will be restored(BF) to you;
    kingship will come to Daughter Jerusalem.(BG)

Why do you now cry aloud—
    have you no king[b](BH)?
Has your ruler[c] perished,
    that pain seizes you like that of a woman in labor?(BI)
10 Writhe in agony, Daughter Zion,
    like a woman in labor,
for now you must leave the city
    to camp in the open field.
You will go to Babylon;(BJ)
    there you will be rescued.
There the Lord will redeem(BK) you
    out of the hand of your enemies.

11 But now many nations
    are gathered against you.
They say, “Let her be defiled,
    let our eyes gloat(BL) over Zion!”
12 But they do not know
    the thoughts of the Lord;
they do not understand his plan,(BM)
    that he has gathered them like sheaves to the threshing floor.
13 “Rise and thresh,(BN) Daughter Zion,
    for I will give you horns of iron;
I will give you hooves of bronze,
    and you will break to pieces many nations.”(BO)
You will devote their ill-gotten gains to the Lord,(BP)
    their wealth to the Lord of all the earth.

Footnotes

  1. Micah 4:8 Or hill
  2. Micah 4:9 Or King
  3. Micah 4:9 Or Ruler