Add parallel Print Page Options

141 Een psalm van David.

Och Here, ik schreeuw het uit tot U, kom mij snel te hulp.
Luister naar mijn stem als ik U aanroep.
Laat mijn gebed U als een reukoffer bereiken.
Laten mijn opgeheven handen voor U als een avondoffer zijn.
Here, help mij niet te snel te spreken,
zorgt U ervoor dat geen verkeerd woord over mijn lippen komt.
Laat mijn hart het kwade uit de weg gaan,
zorg dat ik nooit goddeloze dingen doe.
Houd mij ver van de misdadigers
en help mij de verleiding te weerstaan
om te delen in hun overvloed.
Als ik word geslagen door iemand die oprecht is,
weet ik dat hij het uit liefde doet.
Als hij mij terechtwijst,
doet mij dat goed.
Ik zal er op letten.
Ik zal blijven bidden,
ook als men mij kwaad doet.
Al vallen zij in de handen van hun rechters,
dan nog zullen zij mij alleen maar goede dingen horen zeggen.
Zoals een rots zich splijt en de aarde openscheurt,
zo liggen onze beenderen verspreid
voor de ingang van het dodenrijk.
Ik kijk alleen maar uit naar U, Here, mijn God.
Ik weet dat U mij beschermt, lever mij niet aan hen uit.
Bescherm mij voor de strikken die zij hebben gezet,
voor de valkuilen die misdadigers voor mij hebben gegraven.
10 Ik hoop dat de ongelovigen zelf in die kuilen terechtkomen,
allemaal, terwijl ik eraan voorbij ga.

Psalm 141

Een lied van David.

Heer, ik roep U om hulp. Kom toch gauw!
Luister naar mij als ik U om hulp roep!
Ontvang mijn gebed als een wierook-offer.
Mijn opgeheven handen zijn het avond-offer.

Heer, zet een bewaker bij mijn mond,
die de deur van mijn lippen bewaakt.
Houd mij weg van het kwaad.
Laat me niet meedoen met slechte mensen,
ook al is de verleiding soms nog zo groot.
Als een rechtvaardig mens mij straft,
dan doet hij dat uit liefde.
Als slechte mensen me kwaad doen,
zal ik voor hen bidden.
Als hun leiders de doodstraf krijgen
en van de rotsen worden gegooid,
zal ik nog goede dingen over hen zeggen.[a]
We staan op de rand van de dood:
het is alsof onze botten al overal verspreid liggen,
zoals kluiten aarde op de akker
nadat de boeren het land hebben omgeploegd.
Maar ik kijk naar U uit, Heer, en vertrouw op U.
Laat me niet sterven.
Bescherm me tegen elke val
die slechte mensen voor mij hebben opgezet.
10 Laat hen in hun eigen valkuil vallen,
maar laat mij ontsnappen.

Footnotes

  1. Psalmen 141:6 De verzen 5 en 6 worden in de verschillende bijbelvertalingen heel verschillend vertaald. Dat komt doordat de betekenis van de Hebreeuwse tekst niet helemaal duidelijk is.

Psalm 141

A psalm of David.

I call to you, Lord, come quickly(A) to me;
    hear me(B) when I call to you.
May my prayer be set before you like incense;(C)
    may the lifting up of my hands(D) be like the evening sacrifice.(E)

Set a guard over my mouth,(F) Lord;
    keep watch over the door of my lips.(G)
Do not let my heart(H) be drawn to what is evil
    so that I take part in wicked deeds(I)
along with those who are evildoers;
    do not let me eat their delicacies.(J)

Let a righteous man strike me—that is a kindness;
    let him rebuke me(K)—that is oil on my head.(L)
My head will not refuse it,
    for my prayer will still be against the deeds of evildoers.

Their rulers will be thrown down from the cliffs,(M)
    and the wicked will learn that my words were well spoken.
They will say, “As one plows(N) and breaks up the earth,(O)
    so our bones have been scattered at the mouth(P) of the grave.”

But my eyes are fixed(Q) on you, Sovereign Lord;
    in you I take refuge(R)—do not give me over to death.
Keep me safe(S) from the traps set by evildoers,(T)
    from the snares(U) they have laid for me.
10 Let the wicked fall(V) into their own nets,
    while I pass by in safety.(W)