Add parallel Print Page Options

31 Een psalm van David voor de koordirigent.

Ik verberg mij bij U, Here.
Geef dat ik nooit tevergeefs bij U aanklop.
Doe mij recht en bevrijd mij.
Luister toch naar mij en red mij vlug.
Wees voor mij als een rots die beschutting biedt,
als een sterke burcht, zodat ik word gered.
Want U bent voor mij een rots en een burcht,
om de eer van uw naam
zult U mij leiden op mijn weg.
U zult mij redden uit de valstrik
die voor mij was uitgezet.
Ik vertrouw U helemaal.
Mijn leven leg ik in uw handen,
want U zult mij zeker bevrijden,
Here, mijn trouwe God.
Ik haat mensen die waarde hechten
aan onbelangrijke en ijdele dingen.
Zelf vertrouw ik alleen op de Here.
Ik zing het uit
en verblijd mij over uw goedheid en liefde.
Want U hebt naar mij omgezien
in mijn ellendige toestand,
U kende mijn angst en spanningen.
U zorgde ervoor dat de vijand
mij niet de baas werd.
U hebt mij alle ruimte gegeven.
Ik kon gaan waar ik wilde.
10 Help mij met uw genade, Here,
ik heb het zó moeilijk!
Alles in mij kwijnt weg van narigheid.
Het verdriet overmant mij!
11 Mijn leven gaat voorbij in verdriet
en jarenlang leef ik zuchtend.
Door mijn eigen slechtheid
heb ik geen kracht meer over
en lichamelijk ga ik alleen maar achteruit.
12 Voor hen die het mij moeilijk maken,
ben ik een mikpunt van spot geworden,
vooral voor mijn buren.
Vrienden en bekenden schrikken als zij mij zien.
Wie mij op straat tegenkomt, maakt rechtsomkeert.
13 Men denkt niet meer aan mij,
het lijkt wel of ik dood ben voor anderen.
Als gebroken servies ben ik, waardeloos.
14 Ik hoor het wel hoe men achter mijn rug over mij praat.
De achterklap: ‘Heb je hém gezien?’
Zij overleggen met elkaar
en maken plannen mij van het leven te beroven.
15 Toch is mijn vertrouwen op U gevestigd, Here,
ik spreek het ook tegen U uit:
‘U bent mijn God.
16 U bepaalt hoe lang ik leef,
verlos mij van mijn vijanden en achtervolgers.
17 Laat uw licht over mij, uw dienaar, schijnen
en bevrijd mij door uw goedheid en trouw.
18 Ik roep tot U, Here,
beschaam mijn vertrouwen niet.
Laat hen die zonder U leven,
beschaamd staan.
Breng hen tot zwijgen in het dodenrijk.
19 Breng de leugenaars tot zwijgen.
Die spreken toch alleen maar trots en smalend tegen uw volgeling.
20 Wat een geweldige rijkdom wacht degenen
die ontzag voor U hebben, allen die bij U schuilen.
Zelfs de ongelovigen zullen het zien.
21 U verbergt de uwen en beschermt hen
tegen de aanvallen van de mensen.
U neemt hen op in uw huis waar ze veilig zijn voor roddels.’
22 Alle eer is voor de Here,
want Hij heeft mij op wonderbaarlijke wijze
zijn goedheid en liefde getoond.
Vooral toen ik het zo verschrikkelijk moeilijk had.
23 Terwijl ik in mijn angst dacht dat U mij vergeten was,
hebt U juist mijn luide smeekbeden gehoord.
U hoorde mij om hulp roepen.
24 Dit zeg ik tegen allen die God volgen:
‘Heb Hem van harte lief,
want de Here zorgt voor hen die Hem trouw volgen,
maar Hij rekent grondig af met de hoogmoedigen.
25 Wees sterk,
laat uw hart maar sterk en moedig zijn
en blijf altijd op de Here hopen.’

32 Een leerzaam gedicht van David.

Gelukkig is hij wiens misstap vergeven wordt
en wiens zonden vergeten worden.
Gelukkig is hij
aan wie de Here zijn zonde niet toerekent
en wiens innerlijk eerlijk en oprecht is.
Zolang ik mijn zonde niet beleed,
kwijnde ik weg.
Ik was de hele dag tot tranen toe bewogen.
Dag en nacht voelde ik
hoe U tot mijn geweten sprak.
Ik schrompelde in elkaar als bij grote hitte.
Toen heb ik U al mijn zonden beleden
en niets voor U verborgen gehouden.
Ik zei: ‘Ik zal de Here alles opbiechten’
en toen hebt U mijn schuld vergeven.
Laat iedere gelovige veel tot U bidden,
nu U Zich nog laat vinden.
Zelfs al komt grote ellende op hem af,
dan nog zult U hem beschermen.
U verbergt mij.
U spaart mij voor moeilijke omstandigheden.
U vult mijn hart met lofliederen over mijn bevrijding.
‘Ik, de Here, laat u zien
welke weg u moet gaan.
Ik geef u raad
en houd mijn oog op u gericht.
Gedraag u dus niet als een paard of een muildier,
dat met bit en teugels in bedwang moet worden gehouden.
Dat wil Ik niet.’
10 Iemand die zonder God leeft,
krijgt veel zorgen en moeite te verduren.
Maar wie op de Here vertrouwt,
wordt door zijn liefde en goedheid omringd.
11 Wees blij in de Here en zing een loflied, alle gelovigen!
Laten allen die oprecht tegenover God staan het uitjubelen.

33 Zing een loflied voor de Here,
allen die met God leven!
Het is goed als Gods kinderen Hem loven.
Zing een loflied voor de Here met de citer,
zing een psalm met de tiensnarige harp.
Zing een nieuw lied voor de Here,
begeleid door prachtig snarenspel.
Want het woord van de Here is betrouwbaar
en uit al zijn daden blijkt zijn trouw.
God houdt van oprechtheid en eerlijkheid.
De aarde loopt over van de goedheid en liefde van de Here.
De hemelen werden door het woord van de Here gemaakt,
alles wat er in is, ontstond door zijn adem.
Hij brengt het water in de zeeën bijeen
en slaat al het water op in zijn schatkamers.
Laat de hele aarde ontzag hebben voor de Here,
alle bewoners van de aarde moeten met eerbied voor Hem buigen.
Want God sprak en toen was het er.
Op zijn gebod stond alles er.
10 De Here doorbreekt de plannen van de volken
en voorkomt hun slechte voornemens.
11 De wil van de Here blijft voor eeuwig bestaan.
Zijn gedachten worden van generatie op generatie overgedragen.
12 Gelukkig is het volk dat de Here als zijn God heeft,
het volk dat Hij Zich als erfdeel koos.
13 De Here kijkt uit de hemel neer
en let op de mensen.
14 Vanuit zijn woning kijkt Hij
naar de bewoners op aarde.
15 Hij die hen zelf heeft gemaakt,
weet precies waarom zij doen wat zij doen.
16 Een koning overwint niet door zijn grote leger,
een held redt het niet door zijn grote kracht.
17 Overwinning wordt niet bewerkt door paarden alleen.
Wanneer een leger ontkomt,
is dat echt niet dankzij de kracht van een paard.
18 Let maar op, de Here waakt
over hen die ontzag voor Hem hebben,
en over hen die zijn goedheid en liefde verwachten.
19 Zij weten dat zij alleen zo
aan de dood kunnen ontkomen,
dat alleen de Here
hen bewaart voor hongersnood.
20 Wij verwachten de Here met heel ons hart.
Hij helpt en beschermt ons.
21 Ja, ons hele hart juicht van vreugde
en wij vertrouwen alleen op Hem.
22 Here, laten uw goedheid en liefde ons nooit verlaten.
En wij willen U altijd blijven verwachten.

Psalm 31

Een lied van David. Voor de leider van het koor.

Ik vertrouw op U, Heer, stel me nooit teleur.
Red mij, omdat U rechtvaardig bent.
Luister naar mij en kom me snel redden!
Wees de rots onder mijn voeten.
Wees een sterke burcht voor mij, waar ik veilig ben.
Want U bent mijn rots en mijn burcht.
U zal mij leiden omdat U bent wie U bent.
Red mij uit de val die de mensen voor mij hebben opgezet.
U bent mijn kracht.
Ik vertrouw mijn leven aan U toe.
U redt mij, Heer, trouwe God.
Ik haat het als mensen afgoden aanbidden.
Want ik vertrouw op U.

Ik wil juichen en blij zijn over uw liefde.
Want U heeft mij gered toen ik in nood was.
U wist van de moeilijkheden in mijn leven.
U heeft me niet aan mijn vijand uitgeleverd.
U heeft ervoor gezorgd dat ik weer kan gaan waar ik wil.

10 Heb medelijden met me, Heer,
want ik zit in grote moeilijkheden.
Mijn ogen staan dof van verdriet.
Mijn binnenste doet pijn.
Mijn lichaam is zwak geworden.
11 Want mijn leven gaat voorbij in ellende.
De jaren gaan voorbij in gezucht.
Ik ben ziek en mijn kracht stroomt uit me weg.
Dat komt doordat ik verkeerd heb gedaan.
12 Mijn vijanden lachen me uit.
Mijn buren willen mij niet meer kennen.
Mijn vrienden schrikken als ze me zien.
Als ze mij op straat tegenkomen,
lopen ze snel een andere kant op.
13 Ik ben vergeten,
zoals je iemand die al lang dood is, vergeet.
Ik ben afgedankt als een gebroken kruik.
14 Ik hoor de mensen over mij fluisteren.
Ze overleggen hoe ze me kunnen doden.
Van alle kanten dreigt gevaar.

15 Maar ik vertrouw op U, Heer.
Want U bent mijn God.
16 Mijn leven is in uw handen.
Red mij van mijn vijanden!
17 Zorg alstublieft voor mij.
Red mij omdat U van mij houdt.
18 Heer, stel me niet teleur nu ik U om hulp roep.
Maar zorg dat het slecht afloopt
met de mensen die zich niets van U aantrekken.
Stuur hen naar het dodenrijk.
19 Leg al die leugenaars het zwijgen op.
Trots en spottend beschuldigen ze onschuldige mensen.

20 Maar U heeft geweldige dingen klaarliggen
voor de mensen die ontzag voor U hebben
en die op U vertrouwen.
Iedereen zal het zien!
21 U redt mensen die ontzag voor U hebben.
U verbergt hen in uw huis, dicht bij U.
U beschermt hen tegen mensen die praatjes over hen rondstrooien.
22 Prijs de Heer!
Want toen ik in nood was,
heeft Hij mij op wonderlijke wijze gered.
Nu ben ik zo veilig als in een stad met muren.
23 Ik was wanhopig en dacht dat Hij mij was vergeten.
Maar ik was te snel:
Hij hoorde me wél en heeft me gered
toen ik Hem om hulp smeekte.
24 Vrienden van God, houd van de Heer!
De Heer beschermt de mensen die op Hem vertrouwen.
Maar Hij straft de mensen die denken dat ze kunnen doen wat ze willen.
25 Als je op de Heer vertrouwt,
hoef je nooit wanhopig te zijn.

Psalm 32

Een lied van David, om iets van te leren.

Het is heerlijk
als de Heer je heeft vergeven wat je verkeerd hebt gedaan.
Het is heerlijk
als God je heeft vergeven dat je Hem ongehoorzaam bent geweest.
Het is heerlijk
als de Heer zegt dat je niet meer schuldig bent.
Het is heerlijk
als Hij je alles heeft vergeven.

Eerst zweeg ik tegen God over de dingen die ik verkeerd had gedaan.
Maar ik kon er niet meer tegen.
De hele dag schreeuwde ik het uit.
Want dag en nacht voelde ik dat U boos op mij was.
Ik voelde me zo uitgedroogd als een plant in een hete, droge zomer.
Maar tenslotte vertelde ik U
dat ik U ongehoorzaam was geweest.
Ik verborg niets voor U.
Ik vertelde U alles wat ik verkeerd had gedaan.
Toen vergaf U het mij en U deed mijn schuld weg.

Iedereen die van U houdt,
moet naar U toe gaan zolang U Zich nog wil laten vinden.
Zelfs als rampen als een golf over hen heen slaan,
zal hun niets gebeuren.
Bij U kan ik me verbergen.
U beschermt me in gevaar.
Ik ben zó blij, dat ik voor U wil zingen.
Want U heeft mij bevrijd.
De Heer zegt: "Ik leer je hoe je moet leven.
Ik geef je raad en Ik ben altijd bij je.
Wees niet zo koppig en eigenwijs als paarden of ezels.
Zij kunnen niet zelf denken.
Zij komen alleen met je mee
als je hen dwingt met een bit en teugels."

10 Mensen die zich niets van God aantrekken,
hebben heel veel moeilijkheden.
Maar God zorgt voor de mensen die op Hem vertrouwen.
11 Mensen die leven zoals God het wil,
kunnen juichen over de Heer.
Ze kunnen jubelen en juichen.

Psalm 33

Als je leeft zoals God het wil,
juich dan over de Heer!
Zing dankliederen voor Hem!
Loof de Heer met de harp.
Speel liederen voor Hem op allerlei muziekinstrumenten.
Zing een nieuw lied voor Hem.
Maak vrolijke muziek en zing er luid bij.
Want wat de Heer zegt, is te vertrouwen.
Aan alles wat Hij doet, is te zien dat Hij trouw is.
Hij houdt van rechtvaardigheid.
Aan alles op aarde is te zien dat de Heer goed en vol liefde is.
De hemel is gemaakt door het woord van de Heer.
De zon, de maan en de sterren ontstonden door één woord van Hem.
Hij bepaalde de grenzen van de zee.
Het water van de oceanen verzamelde zich
op de plaatsen die Hij had aangewezen.
Laat iedereen op aarde ontzag hebben voor de Heer.
Laten alle mensen diep ontzag voor Hem hebben.
Want door één enkel woord heeft Hij alles gemaakt.
Hij sprak en het was er.

10 Volken maken plannen,
maar de Heer zorgt ervoor dat daar niets van terecht komt.
11 Want wat de Heer van plan is, zal ook gebeuren.
Door de eeuwen heen worden al zijn plannen werkelijkheid.
12 Het is heerlijk voor een volk als de Heer zijn God is.
Het is heerlijk voor een land als het door Hem is uitgekozen om zijn eigendom te zijn.
13 De Heer ziet vanuit de hemel alle mensen.
14 Vanuit zijn huis kijkt Hij
naar de bewoners van de aarde.
15 Hij heeft hen allemaal gemaakt.
Hij weet alles wat ze doen.

16 Als koningen winnen,
komt dat niet door hun machtige leger.
Helden winnen niet omdat ze zo sterk zijn.
17 Paarden zorgen niet voor de overwinning,
hoe sterk ze ook zijn.
18 Het is de Heer die de overwinning geeft.
Hij is het die zorgt voor de mensen
die diep ontzag voor Hem hebben en die op Hem vertrouwen.
19 Want Hij is goed en liefdevol.
Als er hongersnood is, houdt Hij hen in leven.
20 We vertrouwen op de Heer.
Hij beschermt ons als een schild en helpt ons altijd.
21 We zijn blij over Hem.
We vertrouwen op Hem.

22 Heer, wees alstublieft goed voor ons,
want we vertrouwen op U.