Add parallel Print Page Options

Een psalm van David voor de koordirigent. Te begeleiden met snarenspel en te zingen op de wijs van ‘De Achtste.’

O Here, nee, straf mij niet
in het vuur van uw toorn!
Heb medelijden met mij, Here,
want ik ben maar een zwak mens.
Genees mij,
want mijn lichaam is ziek
en mijn geest verward.
Laat mij toch snel weer tot mijzelf komen!
Kom, Here, red mijn ziel,
red mij door uw goedheid.
Want doden kunnen u geen eer bewijzen
en in het dodenrijk kan niemand U loven.
Het verdriet put mij uit,
elke nacht wordt mijn kussen nat van de vele tranen.
Mijn ogen staan dof
en mijn blik is duister
omwille van mijn vijanden.
Verdwijn uit mijn ogen, zondaars,
want de Here heeft mijn tranen gezien
10 en mijn smeken gehoord.
Hij zal mijn gebeden beantwoorden.
11 Al mijn vijanden zullen voor schut staan,
onverwachts in verwarring raken
en beschaamd de aftocht blazen.

Psalm 6

Een lied van David, op de wijs van 'De achtste'. Voor de leider van het koor. Begeleiden met een snaarinstrument.

Heer, wees niet langer boos op mij!
Straf me alstublieft niet langer.
Heb medelijden met me, Heer, want ik ben zó zwak geworden.
Genees mij, Heer, ik ben zó ziek!
Zelfs mijn hart voelt zich ziek en gebroken.
Zeg mij, Heer: hoelang duurt het nog?

Kom bij mij terug, Heer!
Heb medelijden en red me, want U bent goed.
Want de doden denken niet meer aan U.
Wie van de doden zal U nog prijzen?

Ik ben helemaal moe van verdriet.
Elke nacht wordt mijn kussen nat,
wordt mijn bed nat van mijn tranen.
Mijn ogen staan dof van verdriet.
Ik zie nog maar slecht.
Dat is omdat ik zoveel vijanden heb.

Verdwijn, schurken!
De Heer heeft mij gehoord toen ik huilde.
10 De Heer heeft mij gehoord toen ik Hem smeekte om me te helpen.
Hij zal doen wat ik Hem heb gevraagd.
11 Al mijn vijanden zullen voor schut staan.
Ze zullen weggaan, want plotseling zullen ze vol schaamte terugdeinzen.