Psalmen 12-13
BasisBijbel
Psalm 12
1 Een lied van David, op de wijs van: 'De achtste'. Voor de leider van het koor.
2 Help ons, Heer!
Want er zijn geen goede mensen meer.
Er zijn nog maar heel weinig mensen trouw aan U.
3 De mensen bedriegen elkaar.
Ze zeggen het één, maar bedoelen iets anders.
Ze spreken gladde woorden.
4 Heer, leg die bedriegers het zwijgen op!
Ook alle mensen die trots denken dat ze U niet nodig hebben.
5 Maak een einde aan mensen die zeggen:
"Met onze tong zijn we machtig. Ónze lippen geven de bevelen.
Wie doet ons wat?"
6 De Heer zegt: "De mensen kreunen,
want ze worden verdrukt.
Daarom kom Ik hen helpen.
Ik breng hen in veiligheid."
7 Wat de Heer zegt, is altijd waar.
Zijn woorden zijn zo zuiver als zilver
dat in een smelt-oven zeven keer is gezuiverd.
8 Heer, U zal ons altijd beschermen
tegen slechte mensen.
9 In het hele land worden de mensen slecht,
als ze geregeerd worden door mensen die zich niets van U aantrekken.
Psalm 13
1 Een lied van David. Voor de leider van het koor.
2 Hoelang vergeet U mij nog, Heer,
en blijft U Zich voor mij verbergen?
3 Hoelang zal ik nog in moeilijkheden zitten
en zal ik me elke dag zorgen maken?
Hoelang nog zal mijn vijand machtiger zijn dan ik?
4 Heer mijn God, zie toch wat er gebeurt!
Antwoord mij!
Geef me alstublieft weer nieuwe hoop!
Laat me nog niet sterven!
5 Zorg ervoor dat mijn vijanden niet zeggen:
"We hebben hem!"
Laat hen niet juichen omdat ik val.
6 Ik vertrouw op uw goedheid en uw liefde.
Mijn hart juicht omdat ik zeker weet dat U me zal redden.
Ik zing voor de Heer omdat Hij goed voor me is geweest.
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016