Add parallel Print Page Options

120 Een bedevaartslied.

Toen ik in nood zat,
riep ik naar de Here
en Hij gaf mij antwoord.
Here,
neem mij in bescherming tegen de leugenaars!
Leugenaars,
wat denkt u van Hem te kunnen verwachten?
Pijlen van een scherpschutter
en brandend hout van de bremstruik.
Dat doet pijn.
Ik vind het zo erg
dat ik in een onbekend land moet verblijven
en moet wonen bij een ver en vreemd volk.
Ik woon al veel te lang tussen deze mensen
die zelfs vrede haten.
Zelf ben ik altijd op vrede uit,
maar als ik daarover spreek,
worden zij opstandig en willen zij vechten.

121 Een bedevaartslied.

Ik kijk omhoog naar de bergen.
Waar vandaan kan ik hulp verwachten?
De Here helpt mij.
Hij heeft immers de hemel en de aarde gemaakt?
Hij zal voorkomen dat u valt,
want Hij is uw beschermer en slaapt nooit.
Werkelijk, de beschermer van het volk Israël
slaapt nooit!
De Here is uw beschermer.
Zoals uw schaduw u nooit verlaat,
blijft ook Hij altijd bij u.
Overdag zal de zon u geen kwaad doen,
ʼs nachts de maan niet.
Altijd is Hij bij u.
De Here beschermt u tegen elk kwaad,
Hij beschermt uw leven.
De Here beschermt u, waar u ook gaat.
Niet alleen vandaag, maar altijd,
tot in eeuwigheid.

122 Een bedevaartslied van David.

Wat was ik blij toen men mij voorstelde
samen naar het huis van de Here te gaan.
Jeruzalem, wij staan in uw poorten.
Jeruzalem is een goed gebouwde stad,
waar de stammen van het volk naar toe gaan.
Alle stammen die bij de Here horen.
Het is een voorschrift voor het volk de Here te prijzen.
Want in Jeruzalem wordt rechtgesproken
en het huis van David is er gevestigd.
Bid voor de vrede van Jeruzalem,
dat ieder die van de stad houdt,
rust mag ervaren.
Laat er vrede heersen binnen de muren
en rust in elke stadswijk.
Ter wille van mijn broers
en vrienden zeg ik tot de stad:
‘laat er vrede in u zijn.’
En ter wille van het huis van onze Here God
zal ik het goede zoeken
voor de stad Jeruzalem.

Psalm 120

Een pelgrimslied.[a]

Heer, toen ik bang was, riep ik U om hulp
en U heeft mij gered.
Heer, red mij van de mensen
die leugens over me rondvertellen.

Leugenaars, weten jullie wel
wat het gevolg zal zijn van jullie leugens?
De Heer zal jullie treffen met scherpe pijlen,
met gloeiende kolen!
Ik vind het vreselijk dat ik in een ver land moet wonen,
in het land van Mesech, bij het volk van Kedar.
Ik woon al veel te lang
bij mensen die de vrede haten.
Ik wil alleen maar vrede.
Maar ik kan met hen niet over vrede spreken.
Zij willen alleen maar strijd.

Psalm 121

Een pelgrimslied.[b]

Ik kijk omhoog naar de bergen.
Daar zal mijn hulp vandaan komen.[c]
Mijn hulp komt van de Heer,
die de hemel en de aarde heeft gemaakt.

Hij zal ervoor zorgen dat je niets overkomt.
Je Beschermer slaapt nooit.
De Beschermer van Israël rust niet en slaapt niet.
Hij let altijd op.
Net als je schaduw is de Heer altijd heel dicht bij je.
Hij zal je altijd beschermen.
Overdag zal de zon je niet steken, 's nachts zal de maan je geen kwaad doen.
Tegen elk kwaad zal de Heer je beschermen.
Hij bewaart je leven.
De Heer zal je beschermen
waar je ook bent, waar je ook gaat,
nu en voor altijd.

Psalm 122

Een pelgrimslied van David.[d]

Ik was blij toen de mensen tegen me zeiden:
"Laten we naar het huis van de Heer gaan."
Nu staan we in je poorten, Jeruzalem.
Jeruzalem, stevig gebouwde stad,
naar jou komen de stammen van Israël,
de stammen van de Heer,
om de Heer in zijn heiligdom te prijzen.
Hier regeert de koning uit de familie van David,
hier spreekt hij recht over het volk.

Bid om vrede voor Jeruzalem.
Jeruzalem, ik wens je vrede toe,
en vrede voor de mensen die van jou houden.
Ik wens je vrede toe binnen je muren,
en welvaart voor de mensen in je huizen.
Uit liefde voor mijn familie en vrienden
wens ik je vrede toe, Jeruzalem.
Uit liefde voor het heiligdom van onze Heer God,
wens ik je al het goede toe.

Footnotes

  1. Psalmen 120:1 De pelgrimsliederen werden onderweg gezongen door de mensen die op reis waren naar Jeruzalem voor één van de feesten van de Heer.
  2. Psalmen 121:1 De pelgrimsliederen werden onderweg gezongen door de mensen die op reis waren naar Jeruzalem voor één van de feesten van de Heer.
  3. Psalmen 121:1 Jeruzalem ligt op een berg. De schrijver verwacht 'hulp uit de bergen', namelijk hulp van de Heer die in Jeruzalem woont.
  4. Psalmen 122:1 De pelgrimsliederen werden onderweg gezongen door de mensen die op reis waren naar Jeruzalem voor één van de feesten van de Heer.

Psalm 120

A song of ascents.

I call on the Lord(A) in my distress,(B)
    and he answers me.
Save me, Lord,
    from lying lips(C)
    and from deceitful tongues.(D)

What will he do to you,
    and what more besides,
    you deceitful tongue?
He will punish you with a warrior’s sharp arrows,(E)
    with burning coals of the broom bush.

Woe to me that I dwell in Meshek,
    that I live among the tents of Kedar!(F)
Too long have I lived
    among those who hate peace.
I am for peace;
    but when I speak, they are for war.

Psalm 121

A song of ascents.

I lift up my eyes to the mountains—
    where does my help come from?
My help comes from the Lord,
    the Maker of heaven(G) and earth.(H)

He will not let your foot slip—
    he who watches over you will not slumber;
indeed, he who watches(I) over Israel
    will neither slumber nor sleep.

The Lord watches over(J) you—
    the Lord is your shade at your right hand;
the sun(K) will not harm you by day,
    nor the moon by night.

The Lord will keep you from all harm(L)
    he will watch over your life;
the Lord will watch over your coming and going
    both now and forevermore.(M)

Psalm 122

A song of ascents. Of David.

I rejoiced with those who said to me,
    “Let us go to the house of the Lord.”
Our feet are standing
    in your gates, Jerusalem.

Jerusalem is built like a city
    that is closely compacted together.
That is where the tribes go up—
    the tribes of the Lord
to praise the name of the Lord
    according to the statute given to Israel.
There stand the thrones for judgment,
    the thrones of the house of David.

Pray for the peace of Jerusalem:
    “May those who love(N) you be secure.
May there be peace(O) within your walls
    and security within your citadels.(P)
For the sake of my family and friends,
    I will say, “Peace be within you.”
For the sake of the house of the Lord our God,
    I will seek your prosperity.(Q)