Add parallel Print Page Options

123 Een bedevaartslied.

Ik kijk omhoog naar mijn God,
die in de hemel woont.
Zoals knechten wachten op het bevel van hun meester
en een dienstmeisje wacht op het teken van haar meesteres,
richten wij onze ogen op de Here, onze God,
en verwachten van Hem genade.
Geeft U ons genade, Here, en helpt U ons.
Want wij hebben al te veel minachting ontmoet.
Wij werden overladen met spot van ongelovigen
en trotse mensen hebben ons met minachting behandeld.
Meer kunnen wij niet verdragen.

124 Een bedevaartslied van David.

Laat Israël het volgende zeggen:
was de Here niet steeds bij ons?
Was de Here niet steeds bij ons,
toen wij werden aangevallen door vreemde mensen?
Zij hadden ons wel levend kunnen verslinden,
toen zij in hun woede op ons afkwamen.
Wij hadden kunnen verdrinken in een woeste rivier.
Het kolkende water had zich dan boven ons gesloten.
Maar prijs de Here!
Hij liet dat niet toe.
Dankzij Hem kregen zij ons niet te pakken.
Wij ontkwamen,
zoals een vogel wegglipt uit het net van de vogelvanger.
De valstrik is kapot
en wij zijn ontsnapt.
Wij vinden hulp bij de Here.
Hij heeft de hemel en de aarde gemaakt.

125 Een bedevaartslied.

Wie in alles op de Here vertrouwt,
is onwankelbaar als de berg van Jeruzalem,
die er voor altijd is.
Zoals rondom Jeruzalem bergen liggen,
zo is de Here rondom zijn volk.
Niet alleen nu,
maar altijd en tot in de eeuwigheid.
Want het land van de gelovigen zal niet
onder de tirannie van de goddeloze vijand blijven zuchten.
De gelovigen zullen dan ook niet komen tot onrechtmatige daden.
Here, wilt U het goede doen
voor eerlijke, goede mensen?
Als iemand echter van de rechte weg afdwaalt,
zal hij, samen met de ongelovigen,
door de Here worden vernietigd.
Laat er vrede zijn in Israël!

Psalm 123

Een pelgrimslied.[a]

Ik kijk omhoog naar U, Heer,
naar U in de hemel.
Net zoals knechten hun ogen aldoor gericht houden op hun meester,
en dienaressen hun ogen gericht houden op hun meesteres, om onmiddellijk te kunnen doen wat hun wordt bevolen,
zo zijn onze ogen gericht op U, onze Heer God,
tot U medelijden met ons heeft.
Heb medelijden met ons, Heer,
heb alstublieft medelijden!
Want we hebben er zó genoeg van
dat de mensen ons uitlachen
en niets met ons te maken willen hebben.
We hebben er zó genoeg van
dat mensen die U niet gehoorzamen,
ons uitlachen en belachelijk maken.

Psalm 124

Een pelgrimslied van David.[b]

Als de Heer niet voor ons had gezorgd,
– laat Israël nu zeggen dat dat waar is –
als de Heer niet voor ons had gezorgd
toen we werden aangevallen,
dan zouden onze vijanden ons helemaal hebben vernietigd.
Het zou zijn geweest alsof ze ons levend hadden verslonden,
alsof een rivier ons had weggespoeld,
alsof een wilde beek ons had meegesleurd,
alsof de zee over ons heen was geslagen.
Maar prijs de Heer: Hij heeft ons gered!
Ze hebben ons niet kunnen verslinden.
We zijn ontsnapt,
zoals een vogel ontsnapt uit het net van de vogelvanger.
Het net ging kapot, en we waren vrij!
De Heer helpt ons altijd,
de Heer die de hemel en de aarde heeft gemaakt.

Psalm 125

Een pelgrimslied.[c]

Als je op de Heer vertrouwt,
sta je zo stevig als de berg Sion,
die niet wankelt maar voor eeuwig blijft staan.
Net zoals er bergen zijn rondom Jeruzalem,
zo is de Heer rondom zijn volk,
nu en voor altijd.
Hij zal niet toestaan
dat het kwaad voor altijd zal blijven heersen over zijn volk.
Want anders zou zijn volk ook slechte dingen gaan doen.
Heer, wees goed voor mensen die goed leven.
Maar laat het slecht aflopen
met de mensen die slechte dingen doen.
Ik wens Israël vrede toe!

Footnotes

  1. Psalmen 123:1 De pelgrimsliederen werden onderweg gezongen door de mensen die op reis waren naar Jeruzalem voor één van de feesten van de Heer.
  2. Psalmen 124:1 De pelgrimsliederen werden onderweg gezongen door de mensen die op reis waren naar Jeruzalem voor één van de feesten van de Heer.
  3. Psalmen 125:1 De pelgrimsliederen werden onderweg gezongen door de mensen die op reis waren naar Jeruzalem voor één van de feesten van de Heer.