Add parallel Print Page Options

60 1,2 Een waardevol lied van David voor de koordirigent. Te zingen op de wijs van: ‘De lelie van het getuigenis.’ David schreef dit leerzame gedicht nadat hij had gestreden tegen de Arameeërs van Mesopotamië en Zoba, en nadat Joab op de terugweg daarvan twaalfduizend Edomieten in het Zoutdal had verslagen.

O God, U hebt ons verstoten, uiteengescheurd,
uw toorn over ons uitgestort:
keer U weer naar ons toe!
U hebt het land laten trillen en scheuren.
Het staat te wankelen.
Ons volk heeft door U zwaar geleden,
U hebt ons bedwelmde wijn laten drinken.
Aan hen die ontzag voor U hebben,
hebt U een eigen vaandel gegeven
zodat zij zich kunnen verzamelen
om te strijden tegen de boogschutters.
Zo zijn uw volgelingen gereed voor de strijd.
Laat ons overwinnen,
want dat hangt alleen van U af.
Geef ons toch antwoord!
God heeft vanuit zijn heilige plaats
tot ons gesproken.
Ik juich van vreugde
en zal Sichem verdelen.
Ik ga het dal van Sukkot opmeten.
Gilead en Manasse zijn van mij
en Efraïm is mijn helm.
Juda is de staf waarmee ik regeer.
10 Moab is mijn wasbak,
Edom vertrap ik met mijn sandalen
en over Filistea triomfeer ik.
11 Wie brengt mij naar de versterkte vesting?
Wie begeleidt mij naar Edom?
12 U bent het, o God,
U die ons eerst had verstoten.
Wilt U, o God, optrekken met onze legers?
13 Help ons tegen de vijand,
want hulp van mensen stelt niets voor.
14 Met de hulp van God kunnen wij dapper strijden,
Hij zal onze vijanden verslaan.

Psalm 60

Voor de leider van het koor. Op de wijs van: 'De lelie heeft het gezien'. Een prachtig lied van David, om iets van te leren. Hij maakte het toen hij de Arameeërs van Mesopotamië en de Arameeërs van Zoba had verslagen. Zijn legeraanvoerder Joab had op de terugweg het leger van 12.000 Edomieten in het Zoutdal verslagen.[a]

God, U heeft ons aan ons lot overgelaten.
In uw boosheid heeft U ons machteloos gemaakt.
Want U was woedend op ons.
Maar maak ons nu alstublieft weer sterk!
U heeft het land zó zwaar gestraft,
dat het bijna is vernietigd.
Help ons nu alstublieft, vóór het te laat is.
U heeft uw volk zwaar gestraft.
U heeft ons uit de wijnbeker met uw straf laten drinken
zodat we er dronken van zijn en op onze benen wankelen.
Maar nu wilt U ons redden.
U roept de mensen die willen leven zoals U het wil.
U brengt hen bijeen en beschermt hen tegen de vijand.
Zo zult U de mensen redden die van U houden.
Heer, red ons alstublieft en geef ons de overwinning!

God heeft in zijn heiligdom tot mij gesproken.
Juichend spring ik op.
Ik zal Sichem verdelen.
Het Sukkot-dal zal ik opmeten om het te verdelen.
Gilead en Manasse zijn van mij,
Efraïm is mijn helm,
Juda is mijn heersersstaf.
10 Moab is mijn waskom en moet mij dienen.
Op Edom zet ik mijn voeten neer.
Filistea overwin ik.

11 Wie zal mij naar Edom brengen?
Wie brengt mij naar die sterke stad?
12 Gaat U dat doen, God,
ook al had U ons eerst in de steek gelaten?
Zult U, God, met ons leger meegaan?
13 Help ons tegen onze vijanden,
want aan hulp van mensen hebben we niets.
14 Maar met U zullen we heldendaden doen,
want U zal Zelf onze vijanden voor ons verslaan.

Footnotes

  1. Psalmen 60:2 Lees 2 Samuel 8:3-14.

Psalm 60[a](A)

For the director of music. To the tune of “The Lily of the Covenant.” A miktam[b] of David. For teaching. When he fought Aram Naharaim[c] and Aram Zobah,[d] and when Joab returned and struck down twelve thousand Edomites in the Valley of Salt.(B)

You have rejected us,(C) God, and burst upon us;
    you have been angry(D)—now restore us!(E)
You have shaken the land(F) and torn it open;
    mend its fractures,(G) for it is quaking.
You have shown your people desperate times;(H)
    you have given us wine that makes us stagger.(I)
But for those who fear you, you have raised a banner(J)
    to be unfurled against the bow.[e]

Save us and help us with your right hand,(K)
    that those you love(L) may be delivered.
God has spoken from his sanctuary:
    “In triumph I will parcel out Shechem(M)
    and measure off the Valley of Sukkoth.(N)
Gilead(O) is mine, and Manasseh is mine;
    Ephraim(P) is my helmet,
    Judah(Q) is my scepter.(R)
Moab is my washbasin,
    on Edom I toss my sandal;
    over Philistia I shout in triumph.(S)

Who will bring me to the fortified city?
    Who will lead me to Edom?
10 Is it not you, God, you who have now rejected us
    and no longer go out with our armies?(T)
11 Give us aid against the enemy,
    for human help is worthless.(U)
12 With God we will gain the victory,
    and he will trample down our enemies.(V)

Footnotes

  1. Psalm 60:1 In Hebrew texts 60:1-12 is numbered 60:3-14.
  2. Psalm 60:1 Title: Probably a literary or musical term
  3. Psalm 60:1 Title: That is, Arameans of Northwest Mesopotamia
  4. Psalm 60:1 Title: That is, Arameans of central Syria
  5. Psalm 60:4 The Hebrew has Selah (a word of uncertain meaning) here.