Add parallel Print Page Options

Een klaaglied van David, dat hij voor de Here zong als reactie op de woorden van Kus (uit de stam Benjamin).

Bij U zoek ik bescherming, Here, mijn God!
U kunt mij redden
uit de handen van hen die mij opjagen.
Laten zij mij niet bespringen,
zoals een leeuw zou doen,
en mij verscheuren en wegslepen
zonder dat iemand mij redt.
Het zou iets anders zijn, Here,
als ik zelf slechte dingen deed,
als ik goed met kwaad vergold
of iemand die mij vertrouwde, oneerlijk behandelde.
Dan zou het terecht zijn
als mijn vijanden mij wilden vernietigen,
mij op de grond smeten
en mijn leven vertrapten in het stof.
Maar zo is het niet, Here!
Stel uw toorn tegenover
de woede van mijn vijanden.
Kom erbij, Here,
en eis het recht voor mij op!
Laat alle mensen voor U aantreden,
verhef U boven hen en spreek recht.
Laat het recht openlijk over mij zegevieren!
Geef mij eerherstel ten overstaan van allen,
want ik ben onschuldig.
10 Zorg toch dat er een einde komt
aan al die slechtheid, Here.
Zegen allen die U oprecht liefhebben.
U, de rechtvaardige God, bent de Enige
die alles doorziet in elk mensenhart.
U beoordeelt motieven en gedachten.
11 God is mijn schild en mijn verdediging.
Hij redt wie eerlijk en oprecht is.
12 God is een rechter
die altijd eerlijk vonnist.
Dag in, dag uit wordt zijn toorn opgewekt
door slechte mensen.
13 Hij zal zijn zwaard scherpen en hen verslaan,
tenzij zij zich bekeren.
Hij spant zijn boog en legt aan.
14 Er liggen dodelijke pijlen op,
die uit vuur bestaan.
15 De zondaar beraamt een slecht plan,
werkt het uit tot in alle duistere details
en zo ontstaan leugen en bedrog.
16 Hij valt zelf in de kuil
die hij voor een ander groef.
17 Het geweld dat hij tegen anderen beraamde,
zal als een boemerang op hem terugslaan,
zijn boosheid komt op zijn eigen hoofd neer.
18 Ik prijs de Here en ben vol dankbaarheid
omdat Hij goed en rechtvaardig is.
Ik zal de naam van de Here lofprijzen.
Hij is Here, de Allerhoogste.

Een psalm van David voor de koordirigent. Te begeleiden met het muziekinstrument uit Gath.

Here, onze God,
de majesteit en glorie van uw naam
vullen de gehele aarde
en de hemelen vloeien ervan over.
U hebt de kleine kinderen geleerd
U volmaakt te prijzen.
Hun voorbeeld zal uw vijanden
en hen die op wraak zinnen,
beschaamd doen staan
en tot zwijgen brengen!
Als ik ʼs nachts omhoog kijk naar de hemel
en het werk van uw handen zie,
de maan en de sterren,
die U hun plaats gegeven hebt,
wat is dan de mens,
dat U zoveel om hem geeft?
Wat is een mensenkind
dat U Zich om hem bekommert?
En U hebt hem een plaats vlak onder Uzelf gegeven,
U hebt hem gekroond met heerlijkheid en eer.
U hebt hem zelfs het beheer gegeven
over alles wat U hebt gemaakt,
alles staat onder zijn gezag:
alle schapen en runderen
en andere dieren in het veld,
de vogels in de lucht
en de vissen en andere wezens in de zee.
10 O Here, onze God,
de majesteit en glorie van uw naam
vullen de hele aarde!

Psalm 7

Een treurlied van David. Hij zong dit lied voor de Heer toen hij verdrietig was over wat de man uit de familie van Kis uit de stam van Benjamin tegen hem had gezegd.[a]

Mijn Heer God, ik vertrouw op U.
Red me van de mensen die mij achtervolgen,
zodat ze me niet als een leeuw verscheuren
en wegslepen zonder dat iemand me redt.

Het zou iets anders zijn, mijn Heer God,
als ik zelf verkeerd had gedaan.
Als ik iemand kwaad had gedaan die mij niets gedaan had. (Maar ik heb zelfs mensen gered die mij bedreigden
zonder dat ze daar een reden voor hadden!)
Maar als ik slechte dingen heb gedaan,
laat dan mijn vijanden mij maar achtervolgen en inhalen en vertrappen.
Dan mogen ze mij doden.

Kom, Heer, en straf mijn vijanden.
Help me tegen de mensen die me bedreigen.
Zie wat er gebeurt en spreek recht tussen hen en mij!
8+9 Heer, Rechter over de volken,
neem plaats op uw troon.
Laat alle landen vóór U komen
en kom voor mij op, Heer, want ik ben onschuldig.
10 Maak alstublieft een einde aan hun misdaden.
Maar steun de mensen die leven zoals U het wil.
Want U bent een rechtvaardig Rechter.
U weet wat er in de harten van de mensen is.
11 U beschermt mij als een schild.
U redt de mensen die leven zoals U het wil.
12 God is een rechtvaardig Rechter.
Hij straft altijd de mensen die Hem ongehoorzaam zijn.
13 Als iemand niet wil stoppen met de slechte dingen die hij doet,
dan slijpt Hij zijn zwaard, spant Hij zijn boog en legt er een pijl op.
14 Hij richt zijn dodelijke wapens op hem.
Hij schiet zijn pijlen op de vijand af.

15 Iemand die slechte dingen doet, wordt steeds slechter.
Hij strooit leugens en bedrog om zich heen.
16 Hij graaft voor iemand anders een valkuil,
maar valt zelf in het gat dat hij gegraven heeft.
17 Het kwaad dat hij een ander wilde aandoen,
overkomt hemzelf.
De klap die hij een ander wilde geven,
komt op zijn eigen hoofd terecht.

18 Ik prijs de Heer.
Want Hij is voor mij opgekomen omdat Hij rechtvaardig is.
Ik zing voor de Heer, de Allerhoogste God.

Psalm 8

Voor de leider van het koor. Op de manier van de 'gittit'. Een lied van David.

Heer, onze Heer,
de hele aarde laat zien hoe geweldig U bent!

Aan de sterrenhemel is te zien
hoe geweldig U bent.
Kleine kinderen en baby's weten hoe ze U moeten prijzen.
Zo legt U uw vijanden het zwijgen op,
U snoert hun daarmee de mond.

Als ik zie hoe mooi de sterrenhemel is,
als ik kijk hoe prachtig U de maan en de sterren heeft gemaakt,
dan vraag ik mij af: "Hoe kan het
dat U aan de mens denkt?
Hoe kan het dat U Zich met hem bezighoudt?"
U heeft hem een iets lagere plaats gegeven dan de engelen. Maar U heeft hem ook grote eer en macht gegeven.
Hij mag van U heersen over alles wat U heeft gemaakt.
U laat hem over alles heersen:
de schapen en koeien, de wilde dieren,
de vogels in de lucht, de vissen in de zee
en alle andere dieren die daar leven.

10 Heer, onze Heer,
de hele aarde laat zien hoe geweldig U bent!

Footnotes

  1. Psalmen 7:1 Toen David op de vlucht was voor zijn zoon Absalom, werd hij uitgescholden en vervloekt door Simeï uit de familie van Kis. Lees 2 Samuel 16:5-7.

Psalm 7[a]

A shiggaion[b](A) of David, which he sang to the Lord concerning Cush, a Benjamite.

Lord my God, I take refuge(B) in you;
    save and deliver me(C) from all who pursue me,(D)
or they will tear me apart like a lion(E)
    and rip me to pieces with no one to rescue(F) me.

Lord my God, if I have done this
    and there is guilt on my hands(G)
if I have repaid my ally with evil
    or without cause(H) have robbed my foe—
then let my enemy pursue and overtake(I) me;
    let him trample my life to the ground(J)
    and make me sleep in the dust.[c](K)

Arise,(L) Lord, in your anger;
    rise up against the rage of my enemies.(M)
    Awake,(N) my God; decree justice.
Let the assembled peoples gather around you,
    while you sit enthroned over them on high.(O)
    Let the Lord judge(P) the peoples.
Vindicate me, Lord, according to my righteousness,(Q)
    according to my integrity,(R) O Most High.(S)
Bring to an end the violence of the wicked
    and make the righteous secure—(T)
you, the righteous God(U)
    who probes minds and hearts.(V)

10 My shield[d](W) is God Most High,
    who saves the upright in heart.(X)
11 God is a righteous judge,(Y)
    a God who displays his wrath(Z) every day.
12 If he does not relent,(AA)
    he[e] will sharpen his sword;(AB)
    he will bend and string his bow.(AC)
13 He has prepared his deadly weapons;
    he makes ready his flaming arrows.(AD)

14 Whoever is pregnant with evil
    conceives trouble and gives birth(AE) to disillusionment.
15 Whoever digs a hole and scoops it out
    falls into the pit(AF) they have made.(AG)
16 The trouble they cause recoils on them;
    their violence comes down on their own heads.

17 I will give thanks to the Lord because of his righteousness;(AH)
    I will sing the praises(AI) of the name of the Lord Most High.(AJ)

Psalm 8[f]

For the director of music. According to gittith.[g] A psalm of David.

Lord, our Lord,
    how majestic is your name(AK) in all the earth!

You have set your glory(AL)
    in the heavens.(AM)
Through the praise of children and infants
    you have established a stronghold(AN) against your enemies,
    to silence the foe(AO) and the avenger.
When I consider your heavens,(AP)
    the work of your fingers,(AQ)
the moon and the stars,(AR)
    which you have set in place,
what is mankind that you are mindful of them,
    human beings that you care for them?[h](AS)

You have made them[i] a little lower than the angels[j](AT)
    and crowned them[k] with glory and honor.(AU)
You made them rulers(AV) over the works of your hands;(AW)
    you put everything under their[l] feet:(AX)
all flocks and herds,(AY)
    and the animals of the wild,(AZ)
the birds in the sky,
    and the fish in the sea,(BA)
    all that swim the paths of the seas.

Lord, our Lord,
    how majestic is your name in all the earth!(BB)

Footnotes

  1. Psalm 7:1 In Hebrew texts 7:1-17 is numbered 7:2-18.
  2. Psalm 7:1 Title: Probably a literary or musical term
  3. Psalm 7:5 The Hebrew has Selah (a word of uncertain meaning) here.
  4. Psalm 7:10 Or sovereign
  5. Psalm 7:12 Or If anyone does not repent, / God
  6. Psalm 8:1 In Hebrew texts 8:1-9 is numbered 8:2-10.
  7. Psalm 8:1 Title: Probably a musical term
  8. Psalm 8:4 Or what is a human being that you are mindful of him, / a son of man that you care for him?
  9. Psalm 8:5 Or him
  10. Psalm 8:5 Or than God
  11. Psalm 8:5 Or him
  12. Psalm 8:6 Or made him ruler . . . ; / . . . his